Vikings

Er wordt wel eens smalend gezegd van mannen dat als ze ziek zijn, het net baby’s zijn. Ik moet toegeven dat ik daar ook al eens instemmend om gegrinnikt heb maar ik vind dat het tijd is om de zaken recht te trekken. Als er iemand aan regressie lijdt tijdens het ziek zijn dan ben ik het wel.

Bert daarentegen heeft de meest gebalde manier van ziek zijn die ik ooit heb aanschouwd. Zijn ziekteverloop is meestal als volgt: ergens in de vooravond voelt hij zich ‘niet zo lekker’, vervolgens zal hij een nacht woelend enkele liters zweet verliezen, om vervolgens bij het ochtendgloren, zij het een beetje verfrommeld, uit het bed te springen als zijnde herboren.

En nu ik. Ik ben er niet fier op maar naarmate de dagen van ziek zijn verstrijken neemt bij mij recht evenredig het gevoel van zelfmedelijden toe en word ik elke dag een beetje hulpelozer. ‘Wil je nog een theetje maken?’ fluister ik bijna onhoorbaar omdat mijn keel zoveel pijn doet. ‘Ik kan nu echt niet bewegen, kan jij koken vanavond svp?’ of ‘Kunnen jullie niet zo luid praten, mijn hoofd spat uiteen?’. Of nog: ‘Wanneer gaat dit over, ik heb me nog nooit zo slecht gevoeld, volgens mij ga ik langzaam dood?’. Want als een hoopje ellende al niet genoeg is, wordt nu ook nog de hypochonder in me wakker.

Mijn geneesheer is dan ook dokter Google en die fluistert me allemaal akelige dingen toe en nu ik weet dat ik ga sterven bid ik tot het leven en smeek om vergeving voor die ooit gerookte sigaretten, die gedronken glazen wijn, die momenten dat ik niet ging sporten maar met een zak chips op de zetel bleef liggen. En ik beloof dat ik het nooit meer zal doen als ze me tenminste nog één kans geven, please!!!

Meestal begin ik nogal rustig aan mijn ziekteverloop welk patroon ik doorheen de jaren leerde kennen. Wat begint met wat niezen, wordt keelpijn, loopt vervolgens door naar beneden om af te sluiten met bulderende hoestpartijen.

En ook deze keer neem ik me bij de eerste niespartij voor de natuur haar gang te laten gaan, om rust te nemen en mijn lichaam te ondersteunen met wat natuurlijke kruiden. De thee vloeit rijkelijk, de tijmsiroop wordt met regelmatige tussenpozen aan de mond gezet, de tijgerbalsem doet wonderen om weer goed te kunnen ademen en heel het huis ruikt naar ‘sauna’ door de eucalyptusolie die verdampt wordt.

Maar na 5 nachten half rechtop zittend geprobeerd te hebben te slapen knakt er iets in me. Als de apothekeres in het dorp haar rolluik naar boven doet sta ik al te dringen om binnen te mogen. Haar linker wenkbrauw trekt iets naar boven als ik hijgend de strafste hoestsiroop en een doos pijnstillers eis maar deze keer probeert ze me niet te overhalen een natuurlijke hoestsiroop te gebruiken of oscillococcinum in te nemen. Mensen die een paar nachten hun longen uit hun lijf hebben gereuteld zien er dan ook bijzonder verwilderd en gevaarlijk uit. Terwijl ze me het papieren zakje overhandigt fluistert ze nog dat ik deze twee producten best niet combineer maar als ik thuiskom is dat net wat ik wel doe om vervolgens de verdere dag in een soort roes over de zetel gedrapeerd te hangen maar dat geeft mijn longen, mijn keel, mijn neus, mijn ribben, mijn buikspieren en mijn hypochonder even wat rust.

Mijn jongens lijken spijtig genoeg in het ziek zijn eerder op mij dan op hun vader. Elke snottebel of buikkramp wordt aangegrepen om een aantal dagen thuis te blijven. En zo gebeurt het dat wij met z’n drietjes in de grote zetel onder een dekentje liggen. We deinen op een zee van hoofdpijn. En golven van snottebellen en opgehoest slijm vliegen in het rond. Gelukkig staat er een roodharige kapitein aan het roer van dit bijna zinkende schip vol hulpbehoevenden en weten we dat we met zijn zorg ooit wel weer in veilige wateren belanden. Lang leve de beresterke Vikings!

Zoals verschenen op AUPARLEUR.BE

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.