Dwarrelen

Er is de onrust voor de aanstormende dood, er is de rust van een diepe sedatie, en dan toch ineens het gemak waarmee een laatste adem wordt uitgeblazen. Zo tussen het gewassen en verzorgd worden door, laat je los.

Bij aankomst in het ziekenhuis maakt de rusteloosheid even plaats voor tranen van herkenning: ‘Bertje, ik blijf bij jou he?!’ Je glimlacht naar je drie kleinzonen: ‘zie ze daar eens staan’ en zakt weer weg. Het grote verdriet van het afscheid, van je (groot)moeder zo klein en fragile in dat grote ziekenhuisbed te zien liggen, schept een diepe band. Voor het eerst aanschouwen onze jongens deze kant van het leven, zien ze hoe je stervenden kan bijstaan, hoe een kind plots een verzorger wordt van zijn ouder, dat tranen gedeeld kunnen worden.

Die laatste dagen, uren, minuten waarin alles zo’n intense en bijzondere betekenis krijgt. Met de bezoekers wordt een laatste gesprek, een laatste blik, een grapje, anekdotes uit het verleden uitgewisseld. Alles met een lach en een traan. Bepaalde momenten worden eindeloos opnieuw verteld, herhaald zoals een mantra. Een vinyl die op repeat staat. Zo worden ze voor eeuwig in je herinnering gegroefd. Want dat biedt troost.

De ziekenhuiskamer wordt een klein coconnetje, steeds meer gevuld met allemaal dingen die mensen meebrengen: bloemen, kaartjes, foto’s, gedichten, teksten, engeltjes en stenen. Overdag fladdert er bezoek binnen en buiten. Mooi en ontroerend om te zien dat ze zoveel vrienden heeft en zoveel mensen geraakt heeft. ‘De telefoon staat hier roodgloeiend, dat maakten we nog nooit mee’ zegt het verplegend personeel.

’s Nachts is Bert alleen met zijn moeder. Waakt en slaapt aan haar zijde. Als ze kreunt overlaadt hij haar met streeltjes. Kusjes op haar hoofd. Neuriet zacht een lied of brabbelt wat geluidjes. Al snel keert de rust dan weer. Gaat de oneindige slaap weer verder. Stapje per stapje dichter naar die grote sprong. In haar tempo, op haar ritme. Zoals haar borstkas die zachtjes op en neer deint tot deze voor altijd stilligt.

Zo hard je kon klampte je je eerst nog vast. Controle willen behouden. En dan vertrok je zo zacht. Een bijna onhoorbare zucht en daar dwarrelt een ziel richting licht en lucht en wordt opgenomen in het allesomvattende niets.

En zoals mijn vader het ooit neerschreef: het zal nooit meer hetzelfde zijn, maar dat geeft vleugels aan de herinneringen.

Zoals verschenen op auparleur.be

1 reply on “ Dwarrelen ”
  1. Zo mooi, Swaane, een krop in mijn keel. Herinneringen aan mijn eigen moeder, het afscheid, het loslaten…
    Dikke kus en knuffel voor jullie allemaal.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.