De hond en de verloren tand

Voor ’t eerst zou onze hond Brando naar een dogsitter gaan. Hier in ons dorp is dat een energieke, luidruchtige blueszangeres uit Amerika, ja in elk dorp spoelt er van alles aan.

Brando is een Bulgaarse straathond die we, nadat ik hem zielig op een stukje karton in de sneeuw had zien zitten op facebook, 10 jaren geleden via een Russisch-Duits traject tot in Frankrijk kregen. Zijn naam dankt hij aan zijn Bulgaarse redders die vonden dat hij zo op Marlon Brando lijkt. Ik zag dat niet en vond zijn naam afschuwelijk maar het blijven wel zijn roots, dus Brando bleef Brando. Al vraag ik me nog dikwijls af welke films zij met Marlon Brando hebben gezien daar in Bulgarije…

We kregen een angstige hond van zo’n twee jaren oud, al zullen we dat nooit zeker weten. Achter een bal lopen kende hij niet en hij was doosbang van stokken. Het liefst zat hij de geiten in de Ardèche achterna maar na een doodsbedreiging van de geitenboer moest hij geregeld aan de ketting. Ondertussen heeft hij zijn wilde haren al lang verloren en doet hij geregeld zelf een rondje in het bos. Met een luide blaf voor de poort geeft hij dan aan dat zijn wandeling erop zit. Verder vult hij zijn dagen met de kibbelende kattinnen terecht te wijzen en te zonnen, zelfs bij 40 graden Celsius.

Dus ja, het is een andere wereld bij de enthousiaste dogsitter en haar zo mogelijk nog enthousiastere golden retriever. Allebei om ter liefst maar rustig soezen zal er niet meteen inzitten. En ik zie dat Brando hetzelfde denkt als we, net zoals bij kinderen, stiekem proberen weg te sluipen en hij ineens doorheeft dat wij aan de andere kant van het tuinhek staan. ‘Niet omkijken’ zeg ik tegen mezelf want ik voel het schuldgevoel al opkomen.

Twee dagen houd ik het vol om geen berichtje te sturen. ‘All good, Brando is doing just fine’ stelt de dogsitter me gerust, voor even. Ik erger me aan mezelf, want dan ben je net uit de kleine kinderen en ga je je zorgen maken over je hond, maar zulke dingen heb je niet te kiezen en ik besluit haar maar om de twee dagen te texten, dat lijkt me de gulden middenweg tussen volledig vertrouwen hebben en blinde paniek.

Maar deze keer is de dogsitter me voor en belt ze me met de intro die iedereen meteen naar het hoogste niveau van ongerustheid katapulteert: ‘U hoeft niet ongerust te zijn, maar…’

Brando blijkt toch niet ‘so fine’ te zijn want elke nacht gaat hij ontroostbaar huilen en ze doet, zoals alleen een goede blueszangeres dat kan, zijn loeiend gejank na. Maar de clou is dat ze deze ochtend één van hoektanden, mét wortel, vond op haar tapijt. Maar geen paniek, zegt ze, want de dierenarts was al gebeld en die achtte een consultatie niet nodig zolang er niet te veel bloedverlies was.

Ik slik een krop weg en beaam dat we de dierenarts zijn advies maar moeten volgen. De dogsitter en mezelf zullen nauw contact houden. Ondertussen stijgt mijn schuldniveau nog een level en ik googel als een gek: honden en pijn, infecties bij uitvallende hoektanden, verlatingsangst bij geadopteerde honden, …

Als ik de volgende dag nog maar één oog open heb stuur ik al een sms met de vraag hoe het nu met Brando gaat. Het is nog ontiegelijk vroeg dus ik verwacht niet meteen antwoord. Maar na de koffie nog niets. Een douche verder en nog steeds niets. Ook mijn uiteindelijk belletje blijft onbeantwoord. Mijn stresslevel gaat richting blinde paniek maar net als ik op het punt sta terug naar Frankrijk te rijden, krijg ik bericht dat Brando veel beter is, hij zal gewoon heel veel pijn gehad hebben. Mijn hart krimpt in elkaar en mijn schuldgevoel is nog amper te dragen.

Als we terug in Frankrijk zijn gooien we kinderen en valiezen uit de auto en rijden meteen naar de dogsitter. Onmiddellijk zien we dat het nog steeds niet helemaal goed is. Laaghangende oren en maar een heel klein kwispeltje in de staart.

De dierenarts laat ons zien dat hij erg veel tandaanslag heeft, te verwachten op zijn leeftijd, en dat dat de oorzaak kan zijn van de verloren tand. Dat het pijnlijk kan geweest zijn maar dat hij ons evengoed ook heel erg gemist kan hebben. Tegen de verkrampte kaakspieren, door de stress of de pijn, wie zal het zeggen, krijgt hij een spuit cortisone die ook een mogelijke infectie zal bestrijden. Maar dan ontdekt ze nog een bultje op zijn voorpoot en de plotse frons op haar voorhoofd verraadt dat het niet goed is. Een biopsie verder blijkt het inderdaad kwaadaardig en volgende week moet hij onder het mes. Ineens lijkt die tand zo onbenullig.

Van de dogsitter krijg ik nog een foto van onze twee honden onder haar kerstboom. Ik neem haar uiteraard niets kwalijk, ze is zo’n geweldig dierenmens. Maar één ding weet ik wel zeker: dat we Brando, nu duidelijk in de herfst van zijn leven, nooit meer alleen laten. Dat is niet goed voor hem en duidelijk ook niet voor mij en al zeker niet voor mijn grijze haren die er na de afgelopen dagen niet minder op geworden zijn.

Zoals verschenen op: auparleur.be

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.