Televisie

Het meest belangrijke als je toekomt op je zuiderse bestemming blijkt niet het nuttigen van een glaasje frisse rosé op het terras van je luxueuze villa te zijn. Of een frisse duik in je zwembad gevuld met azuurblauw water. Of mijmerend genieten van de stralende zon in je mooi aangelegde grote tuin. Neen. Het blijkt de televisie te zijn.

Wanneer we huurders hebben ingecheckt: sleutels overhandigen en wat informatie meegegeven, kan je er je klok op juist zetten dat die mensen binnen het half uur terug aan het onthaal staan omdat ze de televisie niet aankrijgen. Ik geef toe, het is een ingewikkeld satellietsysteem, maar toch.
De manier waarop dit aan ons wordt meegedeeld kan echter nogal verschillen van nationaliteit tot nationaliteit.

Nu wil ik eerst even melden dat ik niet houd van veralgemenen. Ten slotte zijn we allemaal mensen, wereldburgers als je wilt, maar toch, na jaren mensen geholpen te hebben met hun televisieproblemen tijdens hun vakantie, openbaren zich toch enkele duidelijke verschillen die dikwijls een correlatie vertonen met landsgrenzen.

Zo zal de Nederlander met gezwinde tred tot aan het onthaal lopen. Dat weet ik omdat er voor het onthaal een camera hangt en ik op een schermpje zie wie naar me toe komt. En reeds aan de tred weet ik na al die jaren al iets af te leiden over het probleem waarvoor ze zich naar mij begeven maar dus ook over de nationaliteit. Een iets snellere, verende tred wijst op een geïrriteerde Nederlander. Die zal, zeker als hij geïrriteerd is, niet kloppen voor hij de deur van het onthaal opengooit. Hij zal ook geen rekening houden met de andere mensen die aan de receptie staan in te checken en naar mijn mooi praatje staan te luisteren. Neen, als een Nederlander geïrriteerd is wil hij onmiddellijk gehoord worden en smijt hij zijn ergernis voor je voeten: ‘mijn televisie doet het niet, kan daar nu iemand naar komen kijken want zo meteen begint de formule 1 finale en ik wil Max Verstappen wel van seconde 1 kunnen volgen!’.

Een Fransman of -vrouw dralen meer. Met rechte rug en opgeheven hoofd kijken ze om zich heen voor ze zich met enkele daadkrachtige kloppen op de deur, melden aan het onthaal. Ze wachten mijn ‘oui’ niet af maar duwen de deur open. Doch, als zij zien dat er andere mensen aan de balie staan, zullen zij zich netjes achter deze mensen in de rij zetten. Maar aan de strakke lippen en het gefronste voorhoofd lees ik ‘irritatie’ af. Hun ogen priemen als ik mijn riedeltje opzeg en ik voel de hete adem in mijn rug. Eénmaal dat zij aan de beurt zijn steken ze van wal. Het lijkt wel een klaagzang. Alsof ze de meest benadeelde mensen zijn en hun het grootse ongeluk ten dele is gevallen. ‘Notre télévision ne fonctionne plus. Comment c’est possible ? Nous avons payé tant d’argent, ce n’est pas normal. Qu’est-ce qu’on doit faire maintenant ? Quelle horreur !’ Hun misnoegdheid neemt steeds grotere dramatische proporties aan en alles wat ik zeg valt in het niets met hun ondraaglijke lijden.

De Vlaming mis ik dikwijls op het camerabeeld. Die komt stilletjes aangeslopen zoals een schuchter dier. Hun klopjes op de deur hoor ik pas na een aantal keren en ik moet zeker drie keer ‘binnen!’ roepen voor de deur zachtjes op een kier wordt geopend. Als de Vlaming ziet dat er iemand anders binnen staat sluit hij vliegensvlug de deur weer en wacht buiten braaf zijn beurt af. Als hij zeker is dat er niemand meer is gaat de deur weer op een kier open: ‘stoor ik niet?’ Ik: ‘nee natuurlijk niet, komt u binnen’. Lichtjes buigend en met grote glimlach zal hij eerst vertellen hoe geweldig hij het hier vindt. ‘Dit park is echt buitengewoon! Zo’n mooie villa! Dat zwembad, zo blauw! Die tuin zo groot! We vinden het echt fantastisch hier! Echt waar! Maar, en daarmee wil ik niet zeggen dat er iets mis is hoor, maar als ik één ding mag melden, dan is het dat ik de televisie blijkbaar niet aankrijg. Het zal waarschijnlijk wel aan mij liggen maar mocht u ergens eens wat tijd hebben, zou u dan willen komen kijken? Het hoeft zeker niet meteen, wanneer het u uitkomt. En als het niet te lastig is voor u uiteraard. En nogmaals: wij vinden het hier echt geweldig!’

En Bert wordt na zijn interventies steeds bijpassend beloond:
Nou bedankt kerel! (Stevige hand shake met bijhorende stevige schouderklop) Een pilsje?
Oh merci Monsieur, vous êtes vraiment incroyable. Est-ce que qu’on peut vous proposez un petit rosé ?
Danku danku danku Mijnheer. Sorry voor het lastigvallen, we vinden het hier echt geweldig. We hadden echt niet verwacht dat u zo snel zou reageren. Echt ongelooflijk jullie service. Hopelijk moeten we u verder niet meer lastigvallen. Bedankt he? Bedankt.

Zoals verschenen in AU PARLEUR: https://www.auparleur.be/edities/editie4/

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.