Slingerend door weilanden en bossen verschijnt plots, boven op de berg, Nozières. Op zo’n 930 m hoogte, een scheet groot. Een slaperig dorpje met de obligatoire kerk en enkele huizen. Een bar tabac ‘chez Babette’ annex restaurant én kantine van de school. Verder een kruidenierswinkel ‘chez Sébastien’, annex postkantoor en tijdens de zomer een afhaalpizzeria. In de schaduw van de kerk bevindt zich een klein schooltje met een ‘classe unique’. Dertig kindjes verdeeld over twee klassen: één kleuterklas, één lagere-schoolklas.
We zijn hier al gepasseerd. Vrienden kennen hier vrienden. Jonatan is architect en woont hier al enkele jaren met vrouw en kinderen. Ook afkomstig uit het Antwerpse, maar we hebben elkaar daar nooit ontmoet. Daarvoor moet je elkaar tegenkomen in dit kleine gehucht. Het klikt vanaf het eerste moment en we laven ons aan hun verhalen. Ze verbouwen een oude koeienstal tot woonst. Ze doen alles zelf en wonen ondertussen in een yurt.
Zij willen net op vakantie vertrekken en vragen of wij hun moestuin onder onze hoede willen nemen. Wij springen een gat in de lucht! Met z’n allen in zo’n grote tent. Voor ons is die enorm na maanden in zo’n kleine caravan. Wroeten in de aarde en eten wat je zelf teelt. De hemel op aarde! Hun tijdelijke keuken bevindt zich onder een afdak. Eigenlijk staat er gewoon een groot gasfornuis en een oude bommakast die dienst doet als voorraadkast. Je moet opletten dat je geen kat mee opsluit in die kast, want die sluipen overal rond als hongerige leeuwtjes. Een bron zorgt voor stromend water. In een bassin doe je de afwas, houd je etenswaren koud en zwemt een forel, die ooit als avondmaal zal dienen.
Maar goed, we zijn hier niet enkel gekomen om verse erwten te doppen, naar de sterren te staren vanuit de yurt of wat in het gras te liggen. We zoeken een (t)huis. Er wordt ons aangeraden een afspraak te maken met burgemeester Thiery. En dan zit je daar ineens in zo’n aftands kamertje, vergeeld door de tijd. Of door de rook, want geen idee of de antirokerswet hier al is doorgedrongen, en de burgemeester blijkt een verstokte roker te zijn.
En plots slaat de angst zich om mijn hart. Met klamme handjes wiebel ik wat op mijn stoel. Nu zal ik uit mijn pijp moeten komen. Mijn beste Frans moeten bovenhalen. Want de afgelopen maanden is het me stilaan pijnlijk duidelijk geworden dat mijn Frans niet onder een dun laagje stof zit, maar dat het ergens verplaatst is naar een diepe ondergrondse bunker en daar sterk aangevreten is. Ik werd hierdoor met de dag onzekerder wat dat Frans spreken betreft. Liet Bert steeds meer het woord voeren. Verstopte me letterlijk achter zijn rug. Maar nu zal ik er niet onderuit kunnen. Zo’n afspraak bij de burgemeester houdt immers ook in dat je kennismaakt met elkaar. Dat je binnengaat en elkaar een hand geeft, maar nadien buitengaat met drie stevige zoenen.
Burgemeester Thiery blijkt een warme burgervader die uitermate blij is met onze interesse in Nozières. Een gezin met drie kinderen, stel je voor. Op een bevolking van 227 mensen betekent dat direct een stijging van de populatie met maar liefst 0,5 procent! Dat is een enorme aanwinst voor deze plek, een van de zovele leeglopende dorpjes in Frankrijk. Hij wil natuurlijk ook alles over ons weten. Waar komen we vandaan? Waarom kiezen we voor Nozières? Als we vertellen dat we in Antwerpen een restaurant hadden probeert hij ons onmiddellijk te overtuigen het gesloten restaurant La Poste weer te openen. Hij heeft duidelijk grootse plannen met ons. En ik weet niet hoe, maar ik slaag erin om enkele dingen in het Frans te zeggen en Thiery knikt beleefd alsof hij me verstaat en begrijpt. Wat een ontzettend lieve man is dat toch.
En hier maakt men tijd voor de burgers. En worden deze in de watten gelegd. Nog een koffie? Suiker? Melk? Of liever een fruitsapje? Maar allez, neem nog een koekje. Pas uren later komen we ter zake. Dan loopt de burgemeester samen met ons naar het laatste stukje bouwgrond dat te koop staat aan de rand van het dorp.
Terwijl hij een sigaretje opsteekt vertelt hij met doorrookte stem dat het om een eco lotissement gaat en we daar dus enkel een ecologische woning mogen bouwen. Wat op dat moment voor mij nog niet veel meer oproept dan een dak vol zonnepanelen. En terwijl we samen met onze burgemeester door het dorp kuieren, schudden wij overal mee handjes. En kan ik me in de verste verte nog niet voorstellen wat het leven in zo’n dorpje inhoudt…
Zoals verschenen in Charlie 2014.