In deze rubriek gaat Charlie op zoek naar mensen die zich uitzonderlijk dapper, vooruitstrevend of kwetsbaar hebben getoond en nemen hen op in onze eregalerij van Helden. Swaane maakt van de gelegenheid gebruik om het stof te blazen van oude helden of van andere mensen die te mooi zijn om te vergeten.
Velen zullen vragende ogen trekken bij de naam Laura Ingalls Wilder maar haar biografische boekenreeks Het Kleine Huis zou al bij iets meer mensen een belletje mogen doen rinkelen. Voor mij zijn het jeugdboeken die een ongelooflijke indruk op me hebben gemaakt en hun stempel hebben gedrukt op mijn verdere leven.
Mijn moeder kocht me onlangs opnieuw het eerste deel In het Grote Bos. Bij het terugzien van dat boek had ze plots begrepen vanwaar de drang naar reizen en die romantische beelden over ‘het leven in de natuur’ vandaan kwamen bij haar dochter. Of misschien zal ze content beseft hebben: ‘Het ligt gelukkig niet aan mij dat mijn dochter zulke gekke sprongen maakt in haar leven’.
En ja hoor, ook nu nog droom ik helemaal weg bij Laura’s levensverhaal. Als ik mijn ogen sluit, voel ik me in ons caravannetje helemaal Laura die met haar ouders en drie zusjes in een huifkar door het Wilde Westen in Amerika trekt. Oké, ik negeer volledig dat wat zij in die tijd deden veel straffere kost was dan wat wij nu gedaan hebben, namelijk naar Frankrijk emigreren, maar kom. En van wilde beesten die je kunnen verscheuren, vijandige Indianen, prairiebranden en vreemde ziektes is er in Frankrijk geen sprake. Maar toch, gun me deze o zo heerlijke vergelijking even.
En geef toe, Laura is eigenlijk brandend actueel. Sst, voordat u protesteert, laat mij dit even toelichten.
De verhalen uit haar boeken heeft ze allemaal echt beleefd. Als dochter van een rusteloze pionier heeft ze een hard leven gekend. In een notendop: Laura wordt in 1867 geboren in een houten hutje in de dennenwouden van Wisconsin. Op zoek naar vruchtbare grond en een beter leven doorkruist het gezin in een huifkar grote delen van Noord-Amerika. Telkens als ze een nieuwe plek bereiken, timmert haar eeuwig zwoegende vader een houten caban in elkaar om zijn vrouw en vier dochters onderdak te geven. Soms moet hij enkele weken van huis om werk te zoeken terwijl de vrouwen achterblijven met een geweer om zich te verdedigen. Het gezin Wilder wordt allesbehalve gespaard van tegenslagen: de enige zoon sterft, één van Laura’s zussen wordt blind, hun huis wordt door een prairiebrand vernield, regelmatig mislukt er een oogst waardoor ze nadien honger lijden, meermaals aangevallen worden ze door wilde dieren of opgejaagd door Indianen. Zo’n pioniersleven, il faut le faire. Wat mij betreft leest haar levensverhaal als een film en spreekt zo’n avontuurlijk leven zeer tot de verbeelding.
Oké, tot dusver zullen weinigen zich aangesproken voelen (tenzij ikzelf dan) maar laten we verder gaan.
Pas op het einde van haar leven begon Laura te schrijven, uit geldnood. Ze had waarschijnlijk nooit durven dromen dat ze zoveel jaren later miljoenen kopieën zou verkopen, in meer dan dertig talen vertaald zou worden en er een televisiereeks van haar boeken gemaakt zou worden die decennia lang zou lopen.
Het begon allemaal met een tweewekelijkse column in The Missouri Ruralist waarin ze huishoudelijke tips en weetjes publiceerde of advies gaf over het runnen van een boerderij en het leven op het platte land. Een Martha Stewart avant la lettre, zeg maar, met iets meer karakter en inhoud dan.
Laura’s motto: ‘The sweet, simple things of life which are the real ones after all’ is een veelgehoorde leuze in deze ingewikkelde wereld met haar overconsumptie waarin de mens weer op zoek gaat naar eenvoud en het kleine geluk. De huidige ‘back to basics’ stroming zou een puntje kunnen zuigen aan de zelfvoorzienende vaardigheden die Wilder in haar columns en boeken uit de doeken doet. Ze leefde natuurlijk in een tijd dat alles uit pure noodzaak gebeurde, maar toch. Zo was ze uiterst bedreven in het verzinnen van lekkers met de weinige restjes die dikwijls maar voorhanden na de zoveelste mislukte oogst. Ze maakte alle kleren voor het gezin zelf en van de restjes maakte ze patch works. Ze bakte brood, karnde melk en vulde de matrassen met vers hooi. You name it, Laura deed het in een handomdraai. Het verbaast me dan ook dat niet meer mensen teruggrijpen naar haar verhalen en tips. Het lijkt zo actueel voor deze DIY-generatie.
Laura schreef ten tijde van de Grote Depressie. Een zware periode die de drang naar een onafhankelijk en zelfvoorzienend leven erg stimuleerde. Uit noodzaak en als tegenreactie. Dat verklaart ook het succes van haar column en later haar boeken.
Ook bij ons zie je nu, in tijden van crisis, allerlei initiatieven uit de grond gestampt worden waarbij mensen elkaar helpen en niet meer wachten op de hulp van de overheid. ‘Nee, we doen het zelf wel.’ Denk aan de vele geefwinkels en –pleinen. Mensen willen zuiniger en meer ecologisch leven, wantrouwen het kapitalisme en de overheid. Om geld te besparen slaat iedereen aan het klussen en knutselen. DIY is een begrip geworden. ‘Zelfgemaakt’ is zoveel leuker dan ‘aangekocht’. Er worden massaal moestuinen aangelegd, desnoods op één vierkante meter. Lid zijn van Velt was nog nooit zo hip. We naaien, stikken en breien samen met Madame Zsazsa. En er wordt massaal geruild en weggegeven onder meer via de vele Freecycle Facebook groepen.
Een moderne variant van Het Kleine Huis en ook leuk is de blog The Pioneer Woman, het verhaal van een New Yorkse die verliefd wordt op een cowboy en hem volgt naar de Midwest. Zeer Amerikaans, iets tussen Sex in the City en Marlboro Man in. Pioneer Woman heeft ondertussen de obligatoire eigen tv-show, een resem kookboeken en doet volop aan glitter en glamour. Maar eerlijk? Wat mij betreft steekt Laura Ingalls Wilder hier toch mijlenver bovenuit.
The real things haven’t changed. It is still best to be honest and truthful; to make the most of what we have; to be happy with simple pleasures; and have courage when things go wrong. – Laura Ingalls Wilder
Zoals verschenen in Charlie. 2014.