Slapende huizen

Soms lijkt er geen einde te komen aan ‘het seizoen’. Acht maanden aan een stuk geef je alles wat je hebt. Er zijn momenten dat je smeekt om een adempauze. Andere momenten zit je in ‘de flow’, lijkt elke week op elkaar, alleen de honderden gezichten die passeren zijn anders. Maar je zit in een vaste routine met een vaste weekplanning die zo strak is dat je geen tijd hebt om veel na te denken. Er is het moment dat de kinderen thuiskomen en hun boekentas in een hoek zwieren en ineens ‘knip’ ben je twee maanden verder en moet je die boekentas weer van onder het stof halen. En vraag je je af wat er met de zomer is gebeurd.

Nu in het zuiden van Frankrijk duurt de zomer natuurlijk veel langer. Soms tot eind oktober. Sommige bomen verkleuren, sommige verliezen wat bladeren en anderen blijven het hele jaar door groen. Maar er verandert toch iets. Het publiek gaat van gezinnen met schoolgaande kinderen, naar gezinnen met babies naar mensen op leeftijd die voor de absolute rust komen. In dat opzicht zijn er meer ‘seizoenen’ te ontdekken in het publiek dan in de zuiderse natuur.

En dan stopt de toestroom. En we brengen het park in zijn ‘winterslaap’. Alles wat je aan de zomer doet denken gaat naar binnen: ligbedden, parasols, terrastafels en buitenverlichting. En de luiken worden gesloten. Plots lijkt het park op allemaal slapende legohuisjes met hun oogjes dicht.

Ook al ben ik blij met de opdoemende rust. Het heeft tijd nodig voor je lichaam en geest zich aanpassen. De adrenaline van de afgelopen maanden werkt nog door. Dan komt er een dip. Ineens is het veel te stil. Er klopt iets niet. Het clubhuis heeft geen luid zingende menigte meer. Het grote zwembad geen nachtelijke naaktzwemmers. Het vet kan van de muren geschraapt worden na de wekelijkse disco-poolparty met frieten en bitterballen.

Het voelt alsof je weer even diep kan ademhalen en de regels wat losser kunt laten. Maar dat dacht je maar! Een verdwaald huurdersstel dat hier al jaren komt klopt op de deur: ‘je bent de inschrijflijst voor de tennis vergeten op de te hangen Swaane!’.

Ik kijk verbaasd op van achter mijn computer en stel hen gerust: ‘jullie zijn nog de enige actieve tennissers op het park. Geen lijst meer nodig, het tennisterrein is elke dag van jullie’.

Maar die geruststelling wordt niet zo ontvangen aan de andere kant: ‘maar wat als er nu toch nog tennissers zijn of komen? Wij zouden het op prijs stellen als er toch een inschrijflijst voor de tennis komt.’

Het is de combinatie van fysieke vermoeidheid en ‘mensenmoeheid’, een mens kan ook niet altijd ten dienste staan, die ervoor zorgt dat ik een prop tennislijst naar hun hoofd zou willen slingeren maar die immer aanwezige professionaliteit zorgt ervoor dat ik mijn ergernis weer inslik en braaf een tennislijstje met plakband aan het bord bevestig.

Met een grote glimlach vullen deze laatbloeiende huurders hun villanr in. Het tennisrokje van de vrouw wipt gezwind op en neer en ik denk een zekere strijdbaarheid te ontwaren in hun verende pas richting het tennisveld. ‘Als er nu iemand op het veld komt kunnen we hem doorverwijzen naar de tennislijst, desnoods met onze tennisraketten in de aanval!’.

Twee uren later begint het te regenen. Voor ‘t eerst in maanden. Wij steken onze neuzen in de lucht en genieten weer van de geur van water. Op de bladeren, op de grond, op het asfalt, het maakt ons allemaal niet uit. Samen met de natuur genieten we met volle teugen.

Het doordrenkte tennislijstje flappert ondertussen met nog één klein stukje plakband aan het bord. Het tennisterrein is nu helemaal verlaten. De laatste gasten hebben zich teruggetrokken in hun villa. De tennisrokjes zitten reeds mooi opgevouwen in de valies. En ik? Ik ben helemaal klaar voor mijn winterslaap.

Zoals verschenen in AU PARLEUR: https://auparleur.be/edities/editie7/

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.