Er ontrolt zich een lange periode van tijdsloosheid. Elke dag hoeft er niets en kan er van alles. Een hectisch en stressvol levensritme valt volledig stil. In den beginne is dat met momenten ook echt afkicken. Dwangmatig beginnen zoeken naar die tweede gsm die er helemaal niet meer is. ‘s Ochtends wakker schieten omdat je denkt te laat te komen op school. Lijstjes die enkel nog bestaan uit een paar boodschappen die moeten gedaan worden. Geen agenda’s meer.
Elke dag opnieuw beslis je om nog te blijven op dat ene plekje of weer verder te trekken. En waarheen ligt al helemaal niet vast. Kronkelend doorkruisen wij Frankrijk op zoek naar die ene plek waar ons hart ‘boem!’ zal zeggen.
En je wordt een krak in dingen loslaten. Ontbijten wordt brunchen want we gaan pas op zoek naar vers brood als de caravan vol knorrende maagjes ligt. En wat is ‘op tijd gaan slapen’ als de zonsondergang ‘s avonds laat telkens zo mooi is? En wat maakt die vlek op die broek nu uit als je toch geen wasmachine hebt? En ‘who cares’ als je ‘s morgens met een ontplofte hairdo plast in een emmertje naast de caravan als de campings zo goed als leeg zijn buiten het hoogseizoen?
En nooit gedacht dat die in mij zat maar zoals een vriendin het zo mooi verwoordde: ‘ik ontdek de hippie in mezelf’. Ik bemerk dat de natuur een ongelooflijk effect op mezelf en de kinderen heeft. Nu ik elke dag in het groen leef, verschiet ik van de kracht die moeder aarde in zich draagt. Bij mensen op bezoek luister ik gefascineerd naar de verhalen over moestuinen. Over de mislukkingen en de grote succesverhalen. Moestuinen zijn als visitekaartjes. ‘Toon me je moestuin en ik zal zeggen wie je bent’. Ik geraak ontroerd door de kracht van al die kleine zaadjes. Ik kijk vol bewondering naar boeren en ambachtslieden. Een totaal nieuwe wereld gaat voor mij open.
En we denken steeds meer ‘uit de box’: we hoeven helemaal geen B&B of een restaurant op te starten. We zouden maar zot zijn om ons terug in zo’n stressvol leven te smijten. Het gevoel dat alles kan, dat je in één leven echt opnieuw kan beginnen, is bevrijdend en beangstigend. Soms denk je: ‘ik kan echt worden en doen wat ik wil’. Op andere momenten overvalt je de vraag: ‘maar wat wil ik dan doen?’ En hierover mijmer je met een glaasje witte wijn aan de lippen terwijl je voeten in één of ander riviertje bengelen en de zon op het water danst. Wat vermoeiend allemaal, zucht…
Zoals verschenen in Charlie 2014.