‘Jezus mama, 72 uren ofwa?!’ Mijn zoon en ik zitten samen in de auto en hij scrolt door mijn spotify playlist. ‘Ken jij dan zoveel muziek?’ Tja pubers kunnen zich totaal niet voorstellen dat je als ouder ooit ook nog jong bent geweest en uren naar muziek hebt geluisterd. Dat gaat hun puberaal voorstellingsvermogen ver te boven.
Ik zeg dat het toch wel handig is, want nu hoeven ze voor mijn begrafenis niet in het duister te tasten, ze kunnen gewoon liedjes nemen uit de mijn 72 uren durende muzieklijst.
Mijn playlist is zoals een dagboek, elke song die voor mij ooit één of andere betekenis heeft gehad zit erbij. Dus dat zijn zeker niet allemaal nummers van de hoogste kwaliteit want als je als 12-jarige liefdesverdriet hebt dan is op repeat meezingen met ‘Casser la voix’ van Patrick Bruel echt het enige dat wat troost biedt. En als je uit het tranendal klimt is een nummer als ‘I will survive’ van Gloria Gaynor echt een powersong van jewelste.
Ik probeer zoonlief te laten beloven dat ze wel het kaf van het koren moeten scheiden want er zitten toch een aantal ‘guilty pleasures’ bij die ik zelf niet zo graag op mijn begrafenis zou willen horen. ‘Ik beloof net niets’ antwoordt hij met ondeugende blik en vette grinnik erachteraan.
En ik prijs me ineens gelukkig dat ik niet alles wat ik ooit goed heb gevonden op die playlist heb gezet, er zijn wel degelijk grenzen. Ik was 9 jaren oud toen Sandra Kim het Eurovisiesongfestival won met ‘J’aime La Vie’. Maar dat kwam ik pas later te weten want wij hadden geen televisie thuis en mochten we er één hebben gehad dan zou het Eurovisiesongfestival wel het laatste zijn waar we naar zouden mogen kijken.
En het was niet eens dat ik dat nummer zo bijzonder vond, maar in de wachtkamer van onze huisarts lag een vrouwenblad en in dat magazine las ik dat Sandra Kim sinds haar overwinning overal ijsjes krijgt. Er prijkte een foto bij het artikel van Sandra Kim half verstopt achter een reuze ijscoupe. Mijn eerste idool was geboren en ik wilde worden zoals Sandra Kim en overal ijsjes krijgen. Ik stuurde, tot grote afkeer van mijn moeder, een briefje van 50 frank als lidgeld in een enveloppe naar het adres van één of andere fanclub in de hoop dat Sandra Kim mijn vriendin wilde worden en we samen overal ijsjes zouden gaan eten. Ik kreeg een gesigneerde foto van Sandra Kim en vervolgens hoorde ik nooit meer iets van die fanclub.
Voor mijn verjaardag kreeg ik een gele radio- en cassettespeler cadeau. Een citroengele fluo versie, waarschijnlijk nog het enige model op voorraad want ik kan me niet voorstellen dat mijn ouders dat model bewust gekozen hebben. Je kon er je eigen muziekcassetjes mee maken. De radio aan, de toetsen ‘play’ en ‘record’ samen ingedrukt houden en je was vertrokken. Dat het wel een spannende onderneming was, want je wilde zoveel mogelijk muziek hebben en zo weinig mogelijk radiopresentator of reclamejingles. Urenlang heb ik met twee vingers in de aanslag naar de radio geluisterd en al snel had ik een cassetje vol met Sandra Kim.
In die periode deed het tienerblad Joepie zijn intrede in mijn leven. Samen met mijn jongste zus kochten we elke week één exemplaar. Elke woensdag renden we naar de krantenwinkel en hoopten we dat één van onze idolen op de uit te vouwen poster in het midden stond. Omdat we één Joepie deelden moesten we soms een beurtrol bedenken: om de maand verhuisde een zwoel kijkende Rick Astley van meisjeskamer. En de gelukkige kon dan in slaap vallen met een laatste blik werpend op Rick, die ook wel wat weg had van onze babysit Maarten.
Maarten vonden we geweldig. Als je opgroeit in een huis met een moeder en drie zussen, dan ben je blij met wat mannelijke energie. Met Maarten geen knutselen of pannenkoeken bakken, neen, met Maarten bouwden we de grootste kampen waarbij we de zetel helemaal rechtop zetten en hadden we de wildste kussengevechten waarbij de pluimen in het rond vlogen.
Hij brak mijn hart toen ik hem op mijn fluo gele cassettespeler ‘J’aime La Vie’ liet horen, met een geïmproviseerd dansje erbij en luid fonetisch meezingend, en hij kortaf zei: ‘wat een slecht nummer’. Ik kan me niet herinneren hoe het afliep met Sandra Kim, maar de poster van Rick Astley en Maarten als babysit zijn nog lang gebleven.
Ondertussen heeft zoonlief ‘Running up that Hill’ van Kate Bush gekozen uit mijn lijst. Een nummer dat weer ‘hip’ werd na de televisieserie Stranger Things. Onze werelden raken elkaar, er is overlap. En Sandra Kim? Wel die muzikale dwaling zal ik stilletjes meenemen in mijn graf.
Zoals verschenen op: auparleur.be