Superoma.

15 augustus 2020. Sommige moeders sterven ook op moederkesdag. Zo ook mijn oma, Moeke voor haar kinderen en super oma voor mijn kinderen, want wat een vrouw was ze niet…
Een leven dat bijna een eeuw bestrijkt kan niet anders dan vele bergen en dalen kennen en al zeker als je negen kinderen op de wereld hebt gezet en dus een gigantische tros klein- en achter kleinkinderen erbij krijgt. Maar voor mij is mijn oma een aaneenrijging van mooie, zoete herinneringen.

In de nacht van 16 op 17 januari 1977 reed ze mijn ouders door een vrieskoude nacht naar Leuven. Ik zat eraan te komen en er was beslist in Leuven een natuurlijke bevalling te hebben en mits mijn ouders allebei niet kunnen rijden was mijn oma de chauffeur van dienst. Gevaarlijk glad was het die nacht op de weg maar mijn oma loodste ons alledrie veilig tot de bestemming. Sindsdien deel ik mijn derde voornaam met haar, Cecilia.

Als we ziek waren en niet naar school konden mochten we naar oma. Ziek zijn was ineens niet erg meer. Witte boterhammen en tomatensoep. Als je opgegroeid bent met knoerthard donker desembrood is dat een waar feestmaal. De rieten zitjes aan de eettafel prikte soms in mijn billen terwijl ik een witte boterham in de rode soep dopte maar ik was te gefascineerd door de Breughel replica die aan de muur hing. Als we echt té ziek waren lag ons hoofd op de schoot van oma die over ons hoofd streelde tot we, blozend van de koorts, in slaap vielen.

Oma bezat een klein wit ‘Kruin’huisje aan zee. Iedereen van ons heeft er ettelijke vakanties doorgebracht, dit huisje staat in één ieder zijn geheugen gegrift. Oma maakte er confituur van de oranje duindoornbessen en terwijl wij onze vingers in een veel te heet potje stopten vertelde ze ons dat zo één besje evenveel vitamine c bevat als 12 appelsienen. Wij waren vooral betoverd door de suikerstroop die we van de pollepel mochten likken.

Net zo zoet als mijn oma die ik nooit boos heb gekend maar ons altijd met de grootste glimlach en vertederende blik aankeek. Ook naar mijn kinderen die soms toch ook haar kamer op stelten konden zetten in het zorghuis. Maar ze liet ze spelen op haar bed en ze mochten ook steevast haar taartje opeten van de Espero. Het was allemaal goed voor oma die haar zilveren lange haren in een prachtige vlecht had laten knopen.

Toen ze haar oudste zoon, mijn vader, verloor kneep ze hard in mijn hand toen hij de grond inzakte. En ik kneep even hard terug, alsof we het gat in de ketting dat nu was ontstaan wilden dichten. Oma was en is een lijm die heel onze familie verbindt, die in ons allemaal verweven zit en ervoor zorgt dat wij, met die gigantische bende die we zijn, jaarlijks nog samen komen op het Kasteelfeest en het Strandfeest. En liefste oma, dit blijven we doen en in onze harten, herinneringen en verhalen zal je er nog elke keer bijzijn. Till we meet again.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.