Na een heerlijk zonnige nazomer breekt de tijd van de stormen aan. Dit jaar worden we niet door één maar wel door drie hele zware stormen geteisterd. De regen valt met bakken uit de lucht en spuit uit de bergen. Wegen worden weggespoeld, velden verschuiven, de bedding van de rivier is nadien van plaats veranderd. Nachtenlang liggen we angstig wakker, zonder elektriciteit, in het pikkedonker en worden we opgeschrikt door felle bliksemschichten en knallende donder. Iedereen is nadien zwaar onder de indruk. Nederig word je van al dat natuurgeweld.
Een herfstvakantie in België. Ongelooflijk hectisch zoals altijd. Minstens twee afspraken per dag. Rennen van jut naar jaar. Maar ook zalig om tussen familie en vrienden te vertoeven. Gaan eten met mijn 90 jarige superoma. Samen met de broers het graf van papa onder handen nemen. Knuffelen met kleine Marius. En met veel ontroering en een hart dat overstroomt van liefde mijn petekindje Billie voor ‘t eerst in de armen sluiten.
En natuurlijk niet vergeten, we rijden deze keer met een koffer én aanhangwagen vol koekjes naar Antwerpen! Na een drukke zomer viel de verkoop in Frankrijk plots stil. Twijfels of je wel op het goede spoor zit. Misschien zit er wel geen brood in koeken? Hoe gaan we hier dan overleven? En hoe kunnen we de reiskosten naar België nu betalen? Onzekerheid en onrust maken zich van ons meester. Een berichtje op facebook zet een stroom van bestellingen in gang die plots amper te overzien is. Slechts zes dagen om duizenden koekjes te bakken. Help! Maar Nozières zou Nozières niet zijn als dit bericht zich niet als een lopend vuurtje verspreidt en mensen zich spontaan komen aanbieden om mee te helpen. Kei hard werken. Een drukte van jewelste. Maar zelden zo hard gelachen. Buikpijn van het schateren en ongelooflijk dankbaar voor al die warme zielen en helpende handen. Och wat een dorp!
Na drie opzwepende weken komt de kentering. Eén na één vertrekken er nu daadwerkelijk mensen. Mensen waarmee ge op twee jaar tijd een waanzinnige intense vriendschap hebt uitgebouwd. Die u hebben zien arriveren. Die u aarzelend een weg zagen zoeken in het dorp en met de Franse taal. Waarmee ge zoveel uren hebt gepraat en samen getwijfeld. Die meedachten. Die u raad gaven als het ge het even niet meer wist. Die ons verdriet voor onze overleden vaders van zo dichtbij hebben meegemaakt. Die u geholpen hebben. Met het huis. De biscuiterie. De tuin. Mensen die na hun vertrek een grote leegte achterlaten.
En met momenten voel ik me zoals de lucht buiten. Grijs en grauw. Een grote tristesse overvalt me. De aanblik van een uitgebloeide moestuin maakt me intriest. Ons huis dat dichtgetimmerd is voor de winter staat er verlaten en grijs bij. De stilte op de normaal zo luidruchtige en levendige werf is ondraaglijk. Op de camping wijst enkel een vergeten waslijn tussen twee bomen op wat enkele maanden geleden nog het centrum van het dorp was. Dat Bert voor enkele weken naar Antwerpse Kerstmarkt vertrekt maakt de leegte compleet. Melancholie op zijn best. Het ene idee al vrolijker dan het andere en de bottom line: ‘het beste hebben we gehad en dat het nooit meer zo leuk zal worden als voorheen’.
De eerste sneeuw brengt stilte met zich mee. Als het ‘s nachts sneeuwt dan word ik daar altijd wakker van. Omdat het dan zo mogelijk nog stiller is hier in het bos. En die stilte die kruipt in mijn lijf en in mijn hoofd.
En door die rust borrelen er kleine sprankelende lichtjes naar boven. Mooie herinneringen die je kan koesteren. Dankbare gevoelens. Het besef dat het leven hier zo mooi is. Soms kan ik plots de dingen weer zien en voelen zoals de eerste keer. Bijvoorbeeld, heel banaal maar toch: de eerste keer dat ik een stenen droogmuur zag met een bonte verzameling aan vetplantjes die in de spleten groeiden. Zo schoon dat ik dat vond. En hoe hard ik ernaar verlangde om dat zelf ook ooit te hebben. En nu staat er hier, waar voorheen enkel zand en gras was, ook een gigantische stenen droogmuur met een schone verzameling aan plantjes. Soms vergeet je welke weg je al hebt afgelegd en dat er nog een hele weg voor je ligt. Stilstaan bij zulke dingen doet een mens deugd en geeft zielenrust.
En de toekomst ziet er ineens weer veel kleurrijker uit. Nieuwe ideeën zoeven door mijn hoofd. Dingen vallen op hun plaats. Januari zal een maand van experimenteren worden in de biscuiterie. Een grote lijst in mijn hoofd. En een tweede kortverhaal wordt vel per vel op papier gezet. Heerlijk dat gekrabbel. Nu nog de moed vinden om het aan iemand te laten lezen…
En ja, het wordt inderdaad nooit meer zoals voorheen. Net zoals de seizoenen elkaar zo statig opvolgen, zo ook alle fasen van het leven.
Je kan niet alles hebben en niets zal altijd hetzelfde blijven. Maar voor elke deur die dichtgaat gaat er een andere open.
Of om het met papa’s woorden te zeggen:
‘Het woord nooit meer zoals vroeger. Maar dat geeft vleugels aan het herinneren.’
Dank voor die wijsheid papsi.
Ooooh, ik krijg plots heimwee! Fijn fijn, jullie verhalen te mogen volgen. Jullie LEVEN! Dat is duidelijk. Ik voel de energie tot hier!
Het ga jullie goed, fijn te horen dat jullie in Antwerpen staan, moesten we daar passeren, passeer ik zeker langs het kraampje!
dikke kussen voor jullie allen, Katrien en der drie venten