Hot flashes

‘Heb je daar echt zoveel last van, van die menopauze?’ vroeg mijn broer enkele jaren terug. Ik moet daar regelmatig aan terugdenken. Wat is ‘veel’? Dat is heel persoonlijk en verschilt blijkbaar ook per generatie. En per cultuur. Mijn moeder zei dat ze daar totaal geen last van had gehad, van ‘de overgang’. Maar ja, mijn moeder vond bevallen ook niet zo pijnlijk terwijl ik drie keer door een hel ben gegaan.

En net als je denkt dat je een goed natuurlijk product hebt gevonden om de humeurschommelingen wat af te vlakken; je door te sporten die zwemband wat onder controle krijgt; je collageen neemt in de hoop dat je de zwaartekracht wat kan afweren en je extra proteïne neemt om je botten te beschermen; wordt er nog een schepje bovenop gedaan.

Ik lig languit op de zetel, armen en benen gespreid want ik kan geen aanraking, ook niet met mezelf verdragen, met naast me een ventilator die iets weg heeft van een vliegtuigmotor. ‘Vind jij het deze zomer ook zo warm?’ vraag ik aan Bert, terwijl ik het zweet van mijn voorhoofd veeg. ‘Ik vind het eigenlijk wel meevallen dit jaar’ antwoordt hij. Stilaan begint het me te dagen dat die koortsachtige zweetaanvallen niet veroorzaakt worden door de hittegolf maar door mijn eigen lijf.

Ik google en leer dat door de daling van je oestrogenen, de thermostaat in je lijf ontregeld raakt en je dus geregeld met kortstondige koortsaanvallen bestookt wordt die werkelijk door vanalles en nog wat getriggerd worden.

‘Dat ze daar nog niets tegen gevonden hebben’ schudt Bert het hoofd, want ook hij lijdt mee als ik ’s nachts ettelijke keren de airco aanzet omdat ik het gevoel heb dat ik opbrand, en hij bibberend wakker wordt omdat ik, éénmaal terug in slaap, me helemaal in de zomerdons draai omdat ik dan minder ‘plak’.

Die ochtend breng ik Fons naar het treinstation in Marseille. Naar mijn gevoel is het veel te vroeg want ik heb weer zo’n vreselijke gebroken nacht gehad en voel me gevangen in een brain fog. Een stevige koffie helpt tegen de vermoeidheid maar zet meteen de zweetmachine weer in gang. In de auto ontdekken we dat de trein een uur vroeger vertrok en wij dus grenzeloos te laat zijn. Mijn hart slaat een paar keren over en ik voel het zweet parelen op mijn bovenlip. Ik stop aan de kant van de weg want ik kan het ticket gratis omboeken tot 30 minuten voor vertrek, ik heb dus welgeteld nog 7 minuten. Maar geen ontvangst. Mijn hart begint te racen en het zweet loopt langs mijn rug naar beneden. Ik draai de wagen om en rijd in een volle vaart terug naar huis alwaar ik de trap opstorm en net op tijd de tickets weet om te boeken op mijn computer. Ondertussen voelt het alsof ik 40 graden koorts hebt en ik gris snel een nieuw jurkje uit de kast want wat ik aan heb kan ik ondertussen uitwringen.

We vertrekken opnieuw richting Marseille en er wordt bitter weinig gezegd maar deze keer is het geen tiener met een rothumeur, maar de moeder. Als Fons uitstapt zie ik in de achteruitkijkspiegel dat mijn eyeliner niet meer op mijn ooglid zit maar naar de kringen onder mijn ogen is verhuisd. En dat ‘waterproof’ spul krijg ik er met geen stokslagen af. Op de ‘kiss and ride’ strook heeft niemand geduld dus net als ik dacht dat mijn hartslag weer bij de oude is schiet hij opnieuw de hoogte in omdat iemand achter mij maar blijft toeteren en gesticuleren dat ik moet oprotten. Omdat ik iets venijnigs in mezelf voel opkomen druk ik snel op een podcast, want de ervaring heeft me geleerd dat ik rustig word van pratende mensen.

Maar deze podcast gaat over bevallen en het prille moederschap en ineens huil ik tranen met tuiten want het lijkt zolang geleden dat ik nog een prille moeder was en ik voel me oud, versleten en nutteloos. En door die tranen gaat mijn hartslag weer de hoogte in en huilt heel mijn lijf mee. Plots moet ik een ruk geven aan het stuur en komt er iemand met gillende banden tot stilstand, net niet tegen mijn flank. Ik ben in shock en wil terug foeteren tegen deze zeer boze man tot ik besef dat ik in een enkelrichting straat ben gereden. Met een rood hoofd en veel gepuf kan ik de auto voor het oog van ondertussen tientallen toeschouwers weer in de goede richting draaien. Maar door het plotse remmen is mijn telefoon uit zijn houder geschoten en heb ik geen gps meer en dus rijd ik een uur doorheen Marseille op zoek naar een richtingsbord voor de autostrade. Ik ben volledig gedesoriënteerd en herken niets meer maar net als ik huilend naar Bert wil bellen dat hij me moet komen halen, zie ik een pijl naar de A8. Oef!

In de auto zet ik de airco op maximum in de hoop dat ik mijn zeiknat jurkje wat kan drogen want ik moet nog even stoppen bij de supermarkt. Maar als ik de massa op de parkeerplaats zie rijd ik er meteen weer af. Iets in mij zegt me dat ik vandaag beter niet probeer in een smalle parkeerplaats te rijden. Naar het dorp dan maar. En jawel, als je smeekt om niemand bekend tegen te komen, loop ik meteen een gezin met kinderen tegen het lijf dat ik herken van op ons vorige werk. Tegenwoordig zeggen mensen me vaak dat ik er goed en ontspannen uitzie sinds wij veranderd zijn van werk. Maar dit gezin en de kinderen kijkt me enkel met grote ogen aan en zeggen iets als ‘hey…jij ziet er anders uit’. En terug in de auto wordt mijn angst bevestigd, mijn eyeliner bevindt zich nu ergens halverwege mijn knalrode wangen.

Bij thuiskomst laat Bert gelukkig zijn flauwe grapjes achterwege want ik had me al schrap gezet voor iets in de trend van: ‘amai zijn we net terug van een reisje in de rimboe?!’. Als hij me ziet zegt hij enkel ‘oei’ en stelt vervolgens voor de boodschappen naar binnen te dragen. En ik trek de derde jurk van de dag aan.

Ik denk weer aan de vraag van mijn broer; ‘of je daar nu echt zoveel last van hebt, van die menopauze?’ Naast de dagelijkse gruwelijkheid in Gaza is de (peri)menopauze natuurlijk iets van niets. Maar is er iets dat erger is dan wat daar gebeurt? Als ik de wereld weer klein maak en bij mezelf kom dan durf ik toch te stellen dat die menopauze ook wat voelt als een soort van slagveld, van een emotioneel, zweterige orde weliswaar, maar toch ook één waar geen einde aan lijkt te komen en elke keer als je denkt: kan het nog erger? Wel, ja dus.

Zoals verschenen op: auparleur.be

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.