Kermis

Als ik mijn yogamatje oprol voel ik het al in mijn maag. Het is de laatste yoga sessie samen met mijn zus die straks vertrekt en ik weet dat ik haar en onze ochtendlijke sessies op het matje zal missen. Natuurlijk gaat het niet alleen over de yoga, een passie die we delen, maar ook over het samen zijn, wat niet zo vaak gebeurt omdat alle zussen zover uit elkaar wonen. De energie is anders als je samen yoga doet maar ook: we blijven na de sessies, ons verder uitstrekkend op onze matjes, praten over van alles en nog wat zoals alleen zussen dat met elkaar kunnen. Want ook al zien we elkaar veel te weinig, de band die je hebt met iemand uit hetzelfde nest is uniek. Het voelt als thuiskomen en heel veel onvoorwaardelijke liefde die heen en weer stroomt. En ook herkenning, dat viel me op toen ik tijdens een pose de uitgestrekte hand van mijn zus in het vizier kreeg en mijn eigen hand en dat van mijn vader erin herkende. Van zulke dingen stroomt mijn hart over.

Gelukkig kon ik mijn hoofd niet laten hangen want we gaan die avond naar de kermis in het dorp en dat is een hoogdag voor een plek waar verder amper iets gebeurt. Eigenlijk is de kermis bijzaak en wordt er tijdens zo’n dorpsfeest altijd één of andere heilige gevierd. Hier in het dorp zijn dat er twee: Saint Laurent en Saint Eloi. Meer weet ik er ook niet over.

In de Ardèche hebben we ons heel erg verdiept in het lokale leven en zou ik er wel meer over te vertellen hebben. Daar deden we er werkelijk alles aan om ons zoveel mogelijk te integreren. Op elke samenkomst, op elk feest, tijdens elke schoolreis waren we erbij. En omdat je in Frankrijk voor alles een opleiding moet volgen, haalde ik de graad die nodig is om kinderen mee te mogen begeleiden in het zwembad en ik deed aan volksdans zodat ik op de oogstfeesten op de boerderijen me mee in het feestgejoel kon storten. ‘s Ochtends dronk ik er met de andere ouders koffie bij Bernadette, die de bar tabac, annex restaurant, annex schoolkantine openhoudt en ook burgemeester is. Zo was je meteen van alle nieuwtjes en roddels op de hoogte.

Hier in Nans deden we enkele pogingen maar viel ons integratie enthousiasme in dovemans oren en toen was bij ons ‘de goesting’ ook over. Dus als ik me verspreek en praat over ‘het verkleedfeest’ als ik over de jaarlijkse folkloriste optocht spreek, wordt me dat niet in dank afgenomen en de integratie lijkt nog verder weg dan voorheen.

Een kermis is niet meteen mijn favoriete uitje al blijf ik het wel leuk vinden om iedereen van het dorp zo opgedirkt tegen te komen. De bakkersvrouw in een mooie jurk, de apothekeres met wat make up en opgestoken haar. In de pizzeria komt de stoom uit hun oren. Aan de telefoon schreeuwde de man dat ze geen reservaties aannemen en dat we gewoon moeten langskomen. Toch heeft hij een briefje vast waarop hij onze naam probeert terug te vinden. Omdat we er uiteraard niet op staan worden we vervolgens zuchtend in een hoekje geduwd waar het ruikt naar urinoir, de vuile servietten zich onder de tafel hebben opgestapeld en ik nog voor ik kan zitten gestoken word door een wesp want die doet zich te goed aan alle frisdrank kringen op het tafelblad.

Mijn humeur zakt onder het vriespunt tot dat Jules me tot orde roept: ‘Mama! Nu dat wij eindelijk niet meer lastig doen en mokken als we met jullie op restaurant gaan, ga jij toch niet beginnen he?!’ en dat tovert een glimlach op mijn gezicht en een glas frisse rosé helpt natuurlijk ook.

Dan betreden we het kermisstrijdtoneel en lopen de jongens eerst een rondje om te beslissen waar ze van start zullen gaan. Met de geweren op de schouders schieten ze plastieken prullen bijeen. Jules bokst met zijn kracht iedereen naar huis maar stapt vervolgens met witte lippen uit de ‘high energy’ attractie en verzucht, leunend tegen een muurtje: ‘ik voel me zo misselijk, dit doe ik nooit meer!’. En daarmee is de kermisavond plots gedaan. Ik wandel stapje per stapje met hem naar huis. ‘Mama, kan je alsjeblieft niet praten?’ is het antwoord als ik probeer de temperatuur te nemen ‘denk je dat je moet overgeven?’ of een schaamtegevoel weg te nemen ‘ik werd daar vroeger ook altijd zo misselijk van’ of een flauw grapje te maken ‘ik zou geen astronauten studie overwegen’.

En zo kabbelt de zomer verder en kijken wij weer reikhalzend uit naar volgend jaar, naar het verkleedfeest, euh sorry folkloristische opmars, de schuimparty, de krijsende zangeres van de coverband, de flikkerende lichtjes en de door de hitte smeltende ‘barbapapa’s’. Naar het dorp dat even uit zijn voegen barst om vervolgens weer in slaap te vallen.

Zoals verschenen op: auparleur.be

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.