Dream Big

Soms durf ik al eens dromen van een wereld zonder oorlog. Vroeger vond ik dat vreselijk naïef. Een utopische droom. Ik vond dat geweld inherent bij de natuur hoorde. Bij dieren is het toch ook eten of gegeten worden? Nu vind ik niet meer dat die vergelijking opgaat. Oorlog is iets heel anders dan ‘de wet van de sterkste’. Met het ouder worden zie je de absolute absurditeit van een oorlog in. Die nooit winnaars kent, enkel verliezers. En generaties getraumatiseerde mensen die hun trauma’s, op welke manier dan ook, weer doorgeven en zo blijven we in cirkels rondlopen, denkende dat dit erbij hoort en het nooit anders geweest is of anders kan zijn. Maar ik begin er wel in te geloven dat het anders kan al is er nog heel wat werk voor de boeg.

Thuis predik ik tegen pesterijen, geweld en oorlog. En pleit ik voor communicatie, empathie en kennis. Als gevoelig kind weet de jongste extra goed mijn knoppen zitten. En als puber is er natuurlijk niets leuker om die op geregelde tijdstippen in te drukken. ‘Weet je aan wie jouw stem me doet denken?’ vraagt hij terwijl ik een uiteenzetting geef over het belang van goede geschiedenislessen op scholen omdat we niet steeds dezelfde fouten zouden maken. ‘Luister hier maar eens naar’ en hij duwt zijn telefoon tegen mijn oor waaruit een luid brullende Hitler klinkt.

Ik probeer mijn jongens ook uit te leggen dat een oorlog wordt opgemaakt uit vele verhalen. Dat weet ik uit ervaring.

Mijn grootvader aan moederszijde zat bij het verzet en was dus een held. Het verhaal waarbij mijn grootvader ontsnapte aan de Duitsers werd regelmatig bovengehaald en dan hingen wij aan de lippen van onze moeder. Mijn grootvader werd als jonge man gevangengenomen en gedwongen om te voet naar Duitsland te lopen om daar te gaan werken in een kamp. Tijdens een stop vroeg mijn grootvader of hij naar het toilet mocht. Dat waren houten hutjes met een put eronder. De Duitse soldaat die de wacht hield werd afgeleid en zo kon mijn grootvader zich ingraven in die put met stront. Dat is zijn redding geweest want ze trokken verder zonder hem. Overdag hield hij zich schuil maar elke nacht sloop hij een stukje terug richting thuis. Een heel avontuur is dat geweest waarbij hij steeds vanuit onverwachtse hoek hulp kreeg: onderdak, eten, kleding en uiteindelijk ook een fiets. Ik kan me de vreugde van mijn grootmoeder levendig voorstellen toen haar geliefde man ineens weer voor haar deur stond. En als mijn moeder toen nog niet in de buik van mijn grootmoeder zat dan is dat zeker die nacht gebeurd.

Mijn vader vertelde nooit iets over zijn vader. Als wij hem iets vroegen over onze andere opa kwam er altijd eerst een diepe zucht, dan stonden zijn ogen verdrietig en werd zijn lichaamshouding star. Mijn vader had geen leuke herinneringen aan zijn vader en er waren geen stoere verhalen om te vertellen. Mijn grootvader was een collaborateur en wat voor trauma’s dat in zijn gezin heeft geslagen heeft mijn vader voor altijd getekend. Met woorden op papier ging hij op zoek naar het waarom, met woorden uitte hij zijn verachting, zijn boosheid maar ook zijn angst om te worden zoals zijn vader. Mijn grootvader die op het einde van zijn leven helemaal doordraaide en verlossing zocht in een donkere vijver tijdens een ijskoude winternacht.

Dat mijn moeder en vader later ooit samen kwamen was niet evident. Voor mijn vader de zoveelste afstraffing voor de daden van zijn vader. En die schaamte en schuld woekerden verder. Met veel trots vertel ik de heldenverhalen van mijn ene grootvader verder maar rep met geen woord over de andere opa. Ik heb me al dikwijls afgevraagd waarom ik, als kleinkind en 32 jaren na de oorlog geboren, in hemelsnaam schaamte kan voelen voor iets dat mijn grootvader, die ik nooit gekend heb, heeft gedaan?

Ik zit in de auto met de jongste die zegt: ‘Oh mama, ik heb een heel leuk liedje dat jij heel mooi gaat vinden’. Vol verwachting en met gespannen oren wacht ik op de eerste tonen van dat liedje dat mijn jongste voor mij heeft uitgekozen. Plots knalt er Duitse marsmuziek door de boxen en ik schiet in een uitzinnige lachbui waarbij de jongste me met enige argwaan van opzij aankijkt.

Die avond aan tafel stem ik er, tot grote verbazing van iedereen, mee in dat de jongste zijn verplichte schoolstage dit jaar bij het leger doet.

Als antennekind haalt hij met zijn grapjes de spanning uit de lucht. En daarmee ook de overgeërfde schaamte en schuld. Hij doorbreekt een cirkel. Via een kwantum fysische sprong heelt hij zo ook het verleden en bevrijdt de toekomst.

En misschien dat de realiteit van een brullende sergeant die je rondjes laat lopen in de modder ook ontnuchterend werkt op zijn romantisch beeld van het leger. Zo helpen wij elkaar.

Zoals verschenen op: auparleur.be

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.