Tsundoku

Lange tijd maakte ik me schuldig aan ‘Tsundoku’. Een samentrekking van ‘boeken lezen’ en ‘opstapelen’ of nog: ‘De kunst van meer boeken te kopen dan je kan lezen en ze dus naast je bed op te hopen.’

Maar sinds ik mezelf heb opgelegd om, voor ik het scherm ter hand neem, 100 bladzijden te lezen, geraak ik terug in het boekenverslindenmodus.

Het is niet meer in hetzelfde tempo als kind. Omdat wij thuis geen televisie hadden ontsnapten mijn zus en ik via boeken aan de realiteit. Wekelijks trokken we samen naar de bibliotheek om elk met een stapeltje onder onze snelbinder weer huiswaarts te keren. En als onze honger nog niet gestild bleek wisselden we aan elkaar boeken uit. Als een boek heel spannend was dan kropen we bij elkaar in bed. Als er een ontroerende passage voorbijkwam dan lagen we liever in ons eigen bed een traan weg te pinken.

Wij hadden in ons ouderlijk huis geen wanden, maar boekenrekken. Op elke vrij plek plaatste mijn vader een zelf gemaakt houten rek dat direct gevuld werd. Mijn zussen en ik leggen nog steeds de link tussen de kaft van een boek en de kamer waarin dat boek stond in ons ouderlijk huis. ‘Dit is een boek uit de slaapkamer van onze ouders, dat boek stond in het hoekje boven de chauffage en deze komt uit de middenkamer waar de ronde tafel stond.’

Toen mijn vader vertrok werd zijn studiekamer een lege plek in het huis en ontstonden er overal kale plekjes op de schappen doorheen het huis. Wij misten niet alleen onze papa maar ook vertrouwde boekenruggen.

Mijn vader heeft zijn gigantische collectie boeken doorheen de jaren nog een paar keren heen en weer gesleurd met veel binnensmonds gevloek en pijnlijke ledematen bij zijn zonen, schoonzonen, neven en vrienden. Sinds zijn dood hebben ook de boeken een laatste rustplaats gekregen en staan ze opgesteld in Sint-Lucas te Brussel. Via ‘The Collection Dirk Lauwaert’ bibliotheek kan iedereen een duik nemen in het veelzijdige brein van mijn vader.

Ik vermoed dat mijn moeder haar al even grote verzamelwoede onder controle houdt door ons regelmatig te bevoorraden. Als ik mijn moeder vraag om een goed boek omtrent één of ander onderwerp krijg ik steevast een stapeltje toegestuurd per post. Aangevuld met boeken voor de jongens en witte Leonidas pralines voor Bert, want mama weet wat iedereen leuk vindt.

Zelf lees ik het liefst drie boeken tegelijk. Ik begin dan met een theoretisch boek over iets waar ik me op dat moment in wil verdiepen maar dat je niet in één ruk kan uitlezen. Dan stap ik over op een biografie of een essay om dan af te ronden met een roman waarin ik mezelf helemaal verlies. Voor mij een heilige Drievuldigheid voor de dagelijkse leessessies. Ondertussen heb ik de afgelopen jaren geleerd om een boek altijd twee hoofdstukken de kans te geven en als het mij dan niet in een greep houdt, het weer los te laten. Dat kon ik vroeger niet over mijn hart krijgen. Uit respect voor het harde werk van de schrijver maar ook uit respect voor het verhaal dat ik bestaansrecht wilde schenken. Nu denk ik sneller: het is niet voor mij maar misschien wel voor iemand anders en leg het dan neer in één of andere oude telefooncel die nu dienstdoet als boekendoorgeefluik. Want boeken en planten kan je nooit in een vuilniszak duwen.

Ik heb heel veel voorgelezen aan mijn jongens in de hoop bij hen ook de liefde voor het geschreven verhaal aan te wakkeren. Lange tijd leek het een verloren zaak en voelde het alsof ik iets uit een andere tijd koste wat kost probeerde in leven te houden. Als er een boek gelezen moest worden dan ging dat meestal via hun scherm, liefst via een filmpje waarin de inhoud van het boek besproken wordt. Ook ontdekten ze zeer vlug dat je boeken kan ‘beluisteren’. En dan heb je je twee handen vrij om te gamen. Zucht.

Maar kijk, ik stel met het voortschrijden der jaren vast dat het papieren boek toch wat wortel heeft geschoten in hun leven. Fons studeert nu Letteren en moet de ene na de andere Franse en Engelse klassieker verteren. Hem doe je op dit moment geen cadeau met een boek voor zijn verjaardag en je wilt ook geen voedingsbodem creëren voor de Tsundoku impuls. Jules is verslingerd aan Science Fiction reeksen of wetenschappelijke kloefers met thema’s als: ‘hoe maak je een atoombom’. En Gust, die tot voor kort boeken gebruikte als bierviltjes op zijn nachtkast, kwam vorige week terug met een boek van de schoolbibliotheek. Ja natuurlijk over de oorlog, maar ondanks de gruwelijkheid daarvan, zijn daar ook prachtige verhalen over geschreven. En ik, ik ben gewoon blij met dat ontkiemd zaadje.

Zoals verschenen op auparleur.be

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.