DE TAFEL

Als kind begin ik te dagdromen van een grote tafel met een wit tafellaken erop, onder een grote boom. Liefst een kerselaar want een vriendin had er zo eentje in haar tuin staan en als de kersen rijp waren hingen de takken bijna tegen de grond en konden wij, liggend op onze rug in het gras, de dikke rode vruchten van de takken happen. Beter werd het leven niet als zeven jarige. En aan die tafel nemen mijn ouders en mijn zussen plaats. Samen eten we grote borden van de spaghetti Bolognaise van mijn vader, zoveel dame blanche als we willen en we blijven wakker tot de vallende sterren ons naar bed drijven. Dat idyllische plaatje moest waarschijnlijk tegenwicht bieden aan mijn scheidende ouders. Ik tekende ook jarenlang hetzelfde: de stal met Maria en Jozef en de pasgeboren Jezus in zijn kribbe. Ok, ik zat dan wel op de Steinerschool maar ik denk ook dat ik tekende wat ik verlangde: een heel gezin, niet eentje dat uit elkaar aan het vallen was.

Doorheen de jaren veranderen de mensen die in mijn hoofd te gast zijn maar de tafel met wit tafellaken onder een grote boom blijkt als dagdroom vooralsnog een eeuwig leven beschoren. Ik vierde aan die tafel mijn verjaardagen met vrienden, mijn trouwfeest met wisselende lieven. Nu zit ik er soms met mijn volwassen zonen en hun Françaises en af en toe een kleinkind. En dan tover ik hoge slagroomtaarten met rode kersen op tafel waar kleine handjes naar graaien. Meestal is dat in de Ardèche, dus ik ga daar dringend een kerselaar moeten planten wil ik die dagdroom ooit kunnen uitleven.

Soms raakt de dagdroom de werkelijkheid aan. Eén keer per jaar verblijven wij met de familie Lauwaert in een kasteeltje in Dinant. En dan wordt er tafel na tafel met wit tafelkleed onder een gigantische beukenboom opgesteld. Die tafel wordt elk jaar langer want in onze familie zijn kinderen graag gezien of er duiken familieleden op die we nooit eerder of al heel lang niet meer hebben gezien. Soms zijn de afwezigen het luidst. Want vooral daar, in het midden van mijn oernest, hoor ik mijn vaders lach luid weergalmen in die van zijn broers en herken ik zijn gelaatsuitdrukkingen over de generaties heen. Er worden niet veel woorden gebruikt maar het zijn al die stukjes papa die iedereen meedraagt die, als ze samen komen daar in Dinant, hem plots weer tot leven wekken. Even lijkt hij niet dood, enkel versnipperd. En dat biedt troost.

En met onze table d’hôtes probeer ik mijn dagdroom te verzilveren. Afgelopen week stelden we een grote tafel met wit tafellaken op midden in de natuur. Met op de achtergrond de Sainte Baume en de wijngaarden als een subliem levend schilderij. Geroezemoes, lachsalvo’s, mensen zien smullen en klinkende glazen; daar wordt toch elke mens vrolijk van? Ik kan het iedereen dan ook aanraden: zwier eens een wit tafellaken over uw tuintafel, serveer een berg verse kersen met slagroom, nodig uw eenzame buur en wat vrienden uit en hef het glas op het leven. Zo simpel kan het zijn.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.