‘Ik loop samen met Cleopatra door drukke straatjes in Egypte. Het felle zonlicht wordt tegengehouden door doeken die over de straten zijn gespannen. Arm in arm lopen we giechelend door de menigte. Plots stopt ze bij een kraampje met allemaal gouden beeldjes van Belle. Allemaal blinkende afbeeldingen van katjes met twee halve voorpootjes.’ Ik word wakker met een grote glimlach op mijn gezicht en weet nu wel zeker dat Belle eigenlijk een godin is.
‘We hebben een feestje op de tarmac van een kleine luchthaven hier in het zuiden van Frankrijk. Er landt af en toe een vliegtuig, maar aan het einde van de landingsstrip is het erg gezellig met een aftandse bar van houten paletten, witte plastic stoeltjes en guirlandes met gekleurde lichtjes. Het is ontzettend warm, de drank vloeit rijkelijk en tussen het uitbundig dansen door gaan mijn vriendinnen en ik ons verfrissen in een schamel toiletje. We gieren het uit van het lachen omdat we er helemaal verwilderd en bezweet uitzien. Plots verschijnt Brad Pitt met enkele leden van een Mexicaans drugskartel en een berg wit poeder. Het vervolg is wat wazig, maar de tarmac staat vol met mensen en we dansen op opzwepende muziek tot de zon opkomt. Voordat hij vertrekt komt Brad Pitt naar me toe, geeft me een grote klomp wit poeder en zegt dat hij zo mijn Maria Magdalena retreats wil sponsoren en dat ik daarvoor zijn Frans buitenverblijf ‘Miraval’ gratis mag gebruiken.’ Ik word wakker en vraag me af of dit een teken is dat ik Brad Pitt moet bellen om mijn droom te vertellen en te vragen of ik zijn vakantieverblijf hier in de buurt zou mogen lenen, maar na mijn ochtendkoffie zie ik er toch maar van af.
Soms is mijn droomwereld vele malen leuker dan de realiteit. Want daarin heeft een moeder – zelf een kinderarts notabene – door één bom negen van haar tien kinderen verloren. Negen. Dat gaat al mijn verbeeldingskracht te boven en ik durf het niet toe te laten in mijn hart, bang om verzwolgen te worden. En ik denk aan dat enige overlevende kind dat voor de rest van zijn leven negen dode broertjes en zusjes op zijn schouders meezeult. Dat lijkt mij ook ondraaglijk.
Menigmaal is de realiteit gekker dan dromen. Het is geen computerspelletje waarin een politiewagen de achtervolging inzet en daarbij een 11-jarig kind op een step doodrijdt. Mijn kinderen maken het zelfs niet zo bont als ze over de weg zwalpen in het spel ‘Grand Theft Auto’. Ook dit gaat weer mijn verbeeldingskracht te boven: wie rijdt er nu in een rotvaart achter een kind op een step?
Als mens die probeert het goede te zien in plaats van het slechte, en die er rotsvast van overtuigd is dat we als mens alleen maar zullen groeien als er meer liefde en mededogen is voor elkaar, moet ik soms toch de kaken hard op elkaar drukken of vaststellen dat er op elke elastiek uiteindelijk wat rek komt te zitten. Gelukkig ontmoet ik online Bryan Stevenson, een Amerikaanse advocaat die zijn leven wijdt aan het vechten tegen overmatige en onbillijke straffen, het vrijpleiten van onschuldige terdoodveroordeelden, het aanpakken van misbruik van gedetineerden en geesteszieken, en hulp bieden aan kinderen die als volwassenen worden vervolgd. Alleen al als je die man hoort vertellen, wakkert dat de hoop op een betere wereld aan. Die man, die dagelijks wordt geconfronteerd met zoveel onrecht maar daar zo rustig en vol wijsheid over kan praten, dan denk ik: waarom zitten zulke mensen niet op de hoogste zetels in de politiek, het onderwijs en in de bedrijfswereld? Zulke mensen zouden over de hele wereld voorbeeldfuncties moeten bekleden. Zolang deze posities nog te veel worden bekleed door gebroken mensen, gaan we amper of zelfs niet vooruit.
Bert zegt: ‘Ik denk dat jij eens naar het Witte Huis moet vliegen om Donald een Innerdance sessie te geven, je moet wat lichaamsgerichte therapie toepassen op hem.’ Bij die voorstelling schieten we allebei in de lach. Maar toch: stel je voor dat hij daar open voor zou staan en dat dat een waanzinnige shift in hem teweegbrengt. Dat hij ineens beseft wat echt belangrijk is in het leven en dat van brullen en spierballen rollen er nog nooit iemand beter is geworden. Plots gooit Donald de deuren van het Witte Huis open en wordt het een community center waar er gepraat en geluisterd wordt. Die strakke gazon gaat eraan en er komt een volkstuin op basis van permacultuur. Alsook leuke huisjes voor de daklozen uit de buurt en Donald gaat bij hen ten rade als hij wil weten hoe het leven voor de gewone mens eruitziet. Voordat hij met andere wereldleiders aan tafel gaat zitten, mediteren ze samen en in plaats van oorlog te voeren bespreken ze hoe ze het hyperconsumentisme kunnen afbouwen en beter kunnen zorgen voor elkaar en de natuur.
Klinkt onmogelijk? Ik weet het niet. Misschien voor mijn dromen wel, maar omdat de realiteit de fictie zo vaak inhaalt, durf ik het niet met zekerheid te zeggen.
Zoals verschenen op: auparleur.be