Het is er koud en ongezellig, in de toch wel groot uitgevallen dorpskerk in een Belgisch dorpje op 6 km van de Duitse grens. Het enige dat mijn aandacht trekt is het alziend oog naast de deur als je binnenkomt. Als ik naar het altaar kijk in deze lege kerk voel ik het oog branden in mijn rug en geen haar op mijn hoofd durft te dicht bij het kruis komen of een kaarsje in mijn jaszak laten glijden. Het oog doet stilzwijgend maar krachtig zijn werk. Soms ontdek je een parel van een gebedshuis op zo’n afgelegen plek maar deze keer ben ik teleurgesteld. Ik keer snel terug naar het gezellige oude schooltje waar er een Innerdance-training plaatsvindt.
Wie me vijf jaren geleden had verteld dat ik ooit zo zou genieten van een retreat omtrent zelfontwikkeling en -heling had ik waarschijnlijk heel erg uitgelachen. Maar dat niets vastligt in het leven is hiermee nog maar eens bewezen want als meereizende kokkin, als leerlinge of als facilitator, ik doe niets liever dan een paar dagen in het gezelschap vertoeven van mensen die durven te duiken in zichzelf, die nieuwe ervaringen willen opdoen en open staan voor de menselijkheid in al haar kleuren. Het is een verademing in een wereld vol waanzin.
Tijdens deze dagen in de Oostkantons in België laat ik me als Innerdance chef meevoeren op de flow van de groep en terwijl zij hun geest voeden, zorg ik voor het lichaam, en ook voor wat liefde. Want iedereen weet dat de keuken het kloppend hart is waar iedereen komt voor troostend voedsel en soulfood.
De term Innerdance is verwarrend. De dans speelt zich immers innerlijk af terwijl je op een matje ligt en een soundscape je overspoelt. Het is een multi-zintuigelijke therapeutische praktijk waarbij je zenuwstelsel een reset ondergaat, blokkades en trauma’s eindelijk een uitweg kunnen vinden maar waarbij je evengoed een psychedelische reis kan maken en terugkomt met nieuwe inzichten. Het feit dat de soundscape al eens een stevige beat kan hebben, maakt het voor mij, in mijn jonge jaren een grote technofan, daarom des te aantrekkelijker. Innerdance heeft voor mij dan ook een hoger rock ‘n roll gehalte dan de doorsnee helingssessie.
Als ik na een twee daagse terugreis door sneeuw en regen weer thuiskom ga ik uitwaaien met de hond in het bos. De wind blaast woest, de boomkruinen zwiepen op en neer en Brando houdt zijn hoofd laag en zijn staart tussen de poten. Maar in het midden van al dat onstuimige natuurgeweld word ik overvallen door ontroering. Vandaag wordt Jules 18 jaar en door de wind borrelt zijn geboorteverhaal naar de oppervlakte, alsof mijn lichaam in die windvlagen, de weeën herkent.
Het is de geboorte van mijn tweede kind dus ik neem me voor niet te snel de vroedvrouw te bellen, zo kan zij ook nog wat slapen. Ik kruip door het huis, trek de trapleuning bijna uit haar hengsels en jammer de oren van Bert zijn hoofd. Maar ook niet te luid want boven ligt de oudste zoon te slapen. Wanneer de vroedvrouw arriveert en binnen in mij voelt hoever we staan zegt ze: ‘snel in bad jij, hij komt eraan!’ en dat zijn de magische, verlossende woorden voor elke bevallende vrouw. In bad voel ik de brandende pijn van het hoofdje maar de vroedvrouw vraagt om niet te persen: ‘hij wilt het helemaal zelf doen’. Ik bijt op mijn tanden en voel dan hoe hij in mijn buik zijn twee beentjes afzet tegen mijn ribben en zijn hoofd en schouders van links naar rechts beweegt. Als een spartelend visje zwemt hij de wijde wereld in en plots kijken wij in twee grote donkere kijkers op de bodem van het bad. Met zijn armpjes en beentjes gespreid kijkt hij ons fel aan en wij kijken verbaast terug. ‘Je mag hem ook vastnemen’ zegt de vroedvrouw met een lachje vooraleer ik hem uit het water vis en hem zijn eerste knuffel geef.
Duizenden knuffels en zoentjes zullen de jaren erop volgen en zo ook vandaag, al is het voor hem nu wat onwennig om zo vertroeteld te worden door een ontroerd klein mamaatje dat op de koop toe ‘lang zal ze leven’ zingt als de taart met kaarsjes op tafel komt. Als volwassene beslist hij meteen dat hij de volgende dag niet naar school zal gaan ‘dat is zo stom voor twee uurtjes’ en vult hij online zijn aanvragen in voor de universiteiten waar hij volgend jaar graag naartoe zou willen. Dat hij over een paar maanden het nest zal verlaten staat vast. Hij is zo klaar om de wijde wereld te ontdekken, als een vis in het water. Nog steeds. Maar sommige vissoorten keren regelmatig terug naar hun geboorteplek, daar houd ik me als moeder dan weer aan vast. En er zijn ook altijd nog de innerlijke reizen, zoveel heerlijke en prachtige Jules-herinneringen in mijn hart en mijn lijf, daar krijg ik nooit genoeg van.
Zoals verschenen op auparleur.be