CUTE AGRESSION

‘Ik heb zooooo’n zin om in haar te knijpen!’ zegt de jongste terwijl hij zijn jeukende handen open- en dichtvouwt. En dat herken ik maar al te goed. Als ik Belle ergens in huis tegenkom kan ik het niet laten om heel hard ‘Bellissima!’ te gillen en haar te besnuffelen. Ze beantwoordt mijn wild gedoe met opengesperde ogen, alsof ze voor haar leven vreest, maar ik weet ondertussen dat het een blik vol verwondering is. Verwonderd omdat iedereen hier in huis aan een acute vorm van ‘cute agression’ (de drang om in iets schattigs te bijten of knijpen zonder het pijn te willen doen) lijdt en aan haar pulkt en prult en zich moet inhouden om haar niet dood te knuffelen.

Bert vindt dat ik niet meer over Belle moet schrijven: ‘mensen zijn niet geïnteresseerd in iemands huisdier, schat’ roept hij vanuit de badkamer met tandenborstel in de mond. Maar die schattigheidsagressie heeft zich uitgezaaid tot alle delen van mijn leven of anders: Belle is mijn leven.

Zij brengt leven in een huis waar ik doorgaans door stilte en rust omringd ben. De andere huisdieren hebben immers een gezegende leeftijd bereikt en snakken naar kalmte en slaap, veel slaap. En ook al zijn de jongens tijdens deze ‘vacances d’hiver’ thuis, die leven ’s nachts en snurken de dag grotendeels voorbij. Maar Belle, die hangt aan mijn broekspijp als ik in de keuken bezig ben, bijt in elk stukje bloot wanneer ik op de yogamat lig en ronkt op mijn schoot als ik aan het werk ben.

Bert vindt ook dat ze nu oud genoeg is om beneden te slapen. ‘Als ze toch nog bij ons op bed wilt slapen komt ze zelf wel’. Ik geef toe dat het trekt in mijn hart als we het licht beneden uitdoen en Belle op de zetel achterlaten. Maar nog geen 30 seconden later, terwijl ik mijn nachtcrème inwrijf, hoor ik zachte sprongetjes op de trap. Als ik me omdraai kijk ik in haar grote ogen die me zeggen: ‘zijn jullie mij niet vergeten beneden?’. Maar dat is dan weer een staaltje ‘antropomorfisme’, het toekennen van menselijke eigenschappen aan dieren. Los daarvan, van dat alleen slapen is nog niet veel in huis gekomen.

Ook met de jongens waren we daar geen helden in. Eerst kochten we een kingsize bed zodat de baby tussen ons kon liggen. Toen ons gezin uitbreidde werd er ook nog een enkel bed naast geplaatst voor de peuters die ’s nachts bij ons wilden slapen. Uiteindelijk sliep de baby op mij, ronkte aan elke zijde een peuter en moest Bert genoegen nemen met het bed ernaast. Maar dat heeft ons ook behoed voor een vierde kind.

Vroeger beet ik in de dikke beentjes en ronde billetjes van mijn kinderen. Sabbelde aan die kleine handjes met kuiltjes. Gaf eindeloos veel kusjes op hun dikke wangetjes en wipneusjes. Maar dat wordt niet meer geapprecieerd door die drie reuzen, dus ben ik zo blij met die kleine harige vervanger want van die ‘cute agression’ genees je nooit.

Zoals verschenen op: auparleur.be

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.